Overlijden
Als je getrouwd bent of een geregistreerd partnerschap bent aangegaan, heeft je partner bij je overlijden recht op een partnerpensioen.
Als je ongehuwd samenwoont geldt dit alleen als aan bepaalde voorwaarden is voldaan (zie: wijziging burgelijke staat).
Het levenslang partnerpensioen wordt uitbetaald tot en met de maand waarin je partner overlijdt.
Ook ontvangt je partner, als je als deelnemer vóór je pensioendatum overlijdt, een tijdelijk partnerpensioen. Deze tijdelijke uitkering stopt op de eerste dag van de maand waarin je partner de AOW leeftijd bereikt.
Eigen inkomsten of hertrouwen van je partner, hebben geen invloed op de hoogte van de uitkering.
Heb je ongehuwde kinderen jonger dan 18 jaar, dan hebben die bij je overlijden recht op een wezenpensioen. Het wezenpensioen wordt uitgekeerd tot de maand waarin je kind de 18-jarige leeftijd bereikt, of in het huwelijk treedt.